Ingrid Grimmelikhuizen

Ingrid Grimmelikhuizen

How to help?

Read about Burma on http://www.burmacampaign.org.uk/ Talk about Burma, raise awareness and don't forget!

Contribute to the Nepali or Philippino projects. See http://www.shangrilahome.be/ or http://www.filibata.nl/ for more information.







Een maand reizen in Burma en een maand les geven in een vluchtelingenkamp net over de grens, Mae Ra Moe, waar Karen gevlucht voor het Burmese leger hun toevlucht hebben gezocht.

Wednesday, 25 August 2010

Ik verveel me


15 augustus

Leven in een vluchtelingenkamp is vermoeiend. Juist omdat je nou niet bepaald veel te doen hebt. Tenminste, als je net als ik een verwende buitenlandse docent bent die geen hout hoeft te hakken, vuurtjes hoeft te stoken, allerlei bakken met water gevuld hoeft te houden, die niet om 6 uur op hoeft te staan om rijst te koken, groenten te snijden of kippen te slachten. Kortom: als het enige wat je moet doen op een dag een paar uur lesgeven, lesjes voorbereiden, douchen (en even snel je was door een sopje halen), eten en slapen is.

Leven in een vluchtelingenkamp is ook behoorlijk saai. Vooral als je de enige bent die Engels spreekt. Een paar dagen geleden was het ‘martelaren dag’: martelaren voor de Karen Revolution. En een marteldag voor de verwende buitenlandse docent die zich daardoor nog te plettererder verveelde. Iedereen ging naar de ceremonie voor 83 speeches en debatten. De studenten die mij anders vermaken (zij denken dat ik hén vermaak, maar in het echt is het eigenlijk andersom) hadden geen les en na 5 speeches in een taal die ik niet begreep, had ik het wel gezien en ben ik er vandoor gegaan. Naar de tea-shop (en in Birma zijn die heel leuk, bruisend en gezellig. Hier is het twee tafels in een schuurtje). Dat is tegenwoordig voor mij het uitje van de dag: 3 in 1 (en soms hebben ze nog wat lekkers te eten), en kijken naar (als je geluk hebt) Birmese video clipjes, of (als je pech hebt) luisteren naar afgrijselijk vrolijke, muzikaal maar matig interessante, en inhoudelijk zeer verontrustende Amerikaanse (Reborn?) Christian deuntjes en praatjes.

In Birma zijn zo ongeveer allle levensbeschouwingen vertegenwoordigd die je kunt verzinnen. Dit speelt een behoorlijke rol in het conflict. Het Boedhisme is dominant onder de Bamar (Birmezen) en de overheid gebruikt het om in een beter daglicht te komen door middel van bijvoorbeeld donaties aan kloosters en pagoda’s of het stimuleren van het kloosterleven. Vrijheid van godsdienst is op papier gewaarborgd maar in de praktijk worden er voortdurend beperkingen gesteld aan religieuze uitingen, worden religieuze groeperingen constant in de gaten gehouden en is er sprake van arrestaties en mishandeling van religieuze leiders en leden van de geloofsgemeenschappen. Boedhisten die niet in de pas lopen met de generaals zijn daarvan niet uitgezonderd. Dat bleek in 2007 toen vreedzaam demonstrerende monikken werden opgepakt, mishandeld en zelfs vermoord . Desondanks is er een ‘Ministry of Religious Affairs’ waaronder de invloedrijke ‘Department for the Promotion and Propagation of Sasana’ (Buddhist teaching) valt. Internationale Christelijke organisaties rapporteren over puntenplannen ter vernietiging van het Christelijke geloof door de junta. Met name de regio’s waar etniciteit, geloof en strijd om autonomie / afscheiding nauw met elkaar verweven zijn, zijn het doelwit. In ‘Karen State’ strijdt de ‘Democratic Karen Buddhist Army’ tegen de eigen Karen burgers en wordt daarin gesteund door de overheid.

Amnesty International noted in its Report 2010, The State of the World’s Human Rights, published 27 May 2010, for Burma, that “In June [2009], attacks by the army and the government-supported Democratic Karen Buddhist Army (DKBA) internally displaced thousands of ethnic minority Karen civilians and caused 4,800 refugees to flee to Thailand.

Hier in het kamp gaan Boedhisten en Christenen voor zover ik kan zien vrij gemakkelijk met elkaar om (zo is Maung Naing hier in huis Boedhist en Htoo Saw Christen en studenten weten soms niet eens van elkaar wat ze zijn). Toen ik hier net een dag was (en helemaal nog niet door had dat zoveel Karen (al dan niet recent) bekeerd zijn tot het Christendom, of dit al generaties zijn), werd ik uitgenodigd voor een ‘thanksgiving’ etentje van een jongen die binnenkort naar Zweden vertrekt. In al mijn onschuld dacht ik nog ‘wat grappig, iemand die een afscheids etentje geeft en alvast probeert in westerse sferen te komen’. Fout: thanksgiving was om half 8 ’s ochtends en bestond uit een dienst van ruim een uur en een ontbijt van nog geen tien minuten (het was een soort marathon ontbijt: eten en plaats maken voor de volgende). En toen ik tijdens die dienst opeens een heleboel keer het woord ‘amen’ voorbij hoorde komen en boekjes zag die verdacht veel op bijbels leken, besefte ik dat ik bij een van de vele bekeerde Karen was beland. De goeie ouwe missionaris heeft in Birma zijn werk prima gedaan. Maar ook tegenwoordig wordt er nog veel missiewerk verricht (ik heb begrepen zelfs door Filippino’s!), ook hier in het kamp. Ik snap hier helemaal niks van. Tenminste, de Karen snap ik wel: ik zou me ook gaan storten op en verdiepen in alles wat me aangeboden werd. Al was het maar om niet van pure ellende en verveling totaal compleet gestoord te raken. Wat ik niet begrijp is hoe je met een stapel bijbels onder de arm naar een uithoek van de wereld afreist om mensen die het aan alles ontbreekt behalve een eigen, prima, geloof te gaan lastig vallen met iets wat ze in feite helemaal niet nodig hebben . Voor die enkeling die naar het westen vertrekt levert het integratie technisch misschien nog wel wat op maar verder zie ik het nut er niet zo van in. Maargoed, ik heb niet bepaald recht van spreken want ik hoef hier niet te leven en een manier te vinden om het uit te houden.

Godzijdank niet. Want het leven is hier zwaar, al dan niet fysiek, en saai. Als ik dit schrijf, zit Maung Naing al een half uur naar de was te staren die we, toen de zon zich even liet zien, op het lijntje buiten hebben gehangen. Het is zondag en dan heeft men, behale naar de kerk gaan (maar Maung Naing is Boedhist), helemaal niks te doen. Het tempo is traag en mijn energie is daaraan exponentieel evenredig (of hoe zeg je dat wiskundig verantwoord). Hoe minder ik te doen heb, hoe slomer ik word. Ik kan me niet voorstellen dat dit voor de mensen hier anders werkt en vraag me af hoeveel er depressief of op z’n minst neerslachtig zijn geworden. Ik merk dat het leven hier op mij, na anderhalve week, die uitwerking al heeft. Ik heb nog niet de neiging om op een bankje naar de was te gaan zitten staren en de hele dag niks te doen. Maar ik weet dat dit komt doordat ik hier maar vier weken ben. Vier weken waarin ik me gratis en voor niks, geheel verzorgd (nou ja, naar vluchtelingenkamp maatstaven dan) mag richten op iets wat ik leuk vind om te doen maar vooral: iets dat zomaar nut zou kunnen hebben voor mijn toekomst. En dat lesgeven en druk zijn therapeutisch ook een meerwaarde heeft, is mooi meegenomen. Want een depressie heb ik niet nodig om het naar Nederland terugkeer proces soepeler te laten verlopen. Een maand in een huisje in de jungle (in het regenseizoen!) is daarvoor ook wel genoeg.

No comments:

About Me

My photo
Amsterdam, Netherlands
Na 5 jaar in het middelbaar onderwijs gewerkt te hebben, is het tijd voor wat anders...