Ingrid Grimmelikhuizen
How to help?
Read about Burma on http://www.burmacampaign.org.uk/ Talk about Burma, raise awareness and don't forget!
Contribute to the Nepali or Philippino projects. See http://www.shangrilahome.be/ or http://www.filibata.nl/ for more information.
Contribute to the Nepali or Philippino projects. See http://www.shangrilahome.be/ or http://www.filibata.nl/ for more information.
Een maand reizen in Burma en een maand les geven in een vluchtelingenkamp net over de grens, Mae Ra Moe, waar Karen gevlucht voor het Burmese leger hun toevlucht hebben gezocht.
Wednesday, 25 August 2010
Je bent jong en je wilt wat....
... maar je hebt niks, je mag niks en kunt geen kant op.
Het is interessant om te zien datjeugdcultren zich desondanks onherroepelelijk verspreiden en dat hun tentakels zelfs reiken tot een uithoek als Mae Ra Moe. Op de markt is dezelfde rotzooi te koop als overal in Azië: T-shirts met prints en opgenaaide vestjes, riempjes, gespen (probeer in Azië eens een shirt zonder print of opgenaaid iets te vinden, het zal je moeilijk lukken). Hier en daar hebben mensen een tv waardoor (op dvd) mondjesmaat beelden uit de buitenwereld het kamp bereiken. Sommigen waren recent nog in Birma maar dat is nou niet bepaald een venster op de wereld of een koploper op het gebied van trends en mode.
De jongeren pakken wat ze pakken kunnen, krijgen flarden mee en moeten het daarmee doen. Ze tokkelen wat op een gitaar, zingen de al dan niet nieuwste hits en laten hun haar in min of meer hippe coupes knippen. Ze dragen óók ‘skinny jeans’ of groene broeken met veel zakken erop, voor hen is dat de laatste mode. Soms kun je redelijk uittekenen hoe iemand er uit zou hebben gezien, zou hij (het zijn vooral jongens die zich onderscheiden) volledige toegang hebben gehad tot media, markt en middelen. Maar die toegang ontbreekt. Het meest in het oog springt het gebrek aan ‘middelen’. De jongens voetballen op twee verschillende schoenen, een schoen en een laars , een sok en een schoen, op sokken of gewoon op blote voeten. Kinderen dragen kleding die tot op de draad versleten is, vaak met gaten. Mensen met familie buiten het kamp of een klein zaakje (een tea-shop of een winkeltje) hebben wat geld te besteden, maar voor de meesten is het pure armoede. Voor de jongeren is het improviseren en er wat van maken met wat je bij elkaar kunt sprokkelen. En aangewakkerd door een sterk nationaal bewustzijn en behoefte aan een Karen identiteit, zijn ze zelf fragmenten geworden van vanalles, waardoor een bizarre mix ontstaat van traditionele tunieken en longyis en ‘made in China, looks like Korea’.
Hoewel het de jongens zijn die zich het meest gedurfd kleden, zijn het de meisjes die zich het meest laten horen. De jongens zijn onwaarschijnlijk verlegen. Vaak komen ze ’s avonds langs om hun Engels te oefenen. Ze komen dan om me heen zitten maar weten geen woord uit te brengen. Simpele vragen kunnen ze niet beantwoorden, een gesprekje zit er echt niet in. Ik raak dus inmiddels behoorlijk bedreven in het spelen van spelletjes als ‘wie ben ik’ (wat altijd een succes is aangezien je allemaal heel suf met een blaadje op je hoofd zit en dan mag raden wat iemand anders van je gemaakt heeft) of ‘I spy with my little eye’ (‘ik zie ik zie wat jij niet ziet’). De jongens vinden alles waar ik mee aankom leuk en ik kan zo zien wat in de klas kan werken (en wat niet). Met duidelijke voorbeeldzinnen krijg ik ze aan het praten, maar toen ik vanochtend zei tegen een tweedejaars student ‘it is not near, it is far’, begreep hij daar helemaal niks van. Ook een antwoord op een vraag over zijn ‘girlfriend’ (‘is she your girlfriend or was she your girlfriend?’) kon alleen maar beantwoord worden door de woorden ‘now’ en ‘before’ in een steenkolen Engelse zin te plakken, allerlei wilde gebaren te maken (terug wijzen voor ‘before’ en naar de grond wijzen voor ‘now’) en heel duidelijk te ar ti cu le ren. Nou bestaat de verleden tijd schijnbaar niet in ‘Karen language’ maar deze jongen zit in het tweede jaar en het tweede jaar is op het momen in ‘Grammar Three’ . Ze hebben zich schijnbaar al door 2 grammatica boeken heen geworsteld en worden op het moment geacht de ‘past perfect’ en de ‘past perfect continuous’ te beheersen. Oftewel: I had gone, of I had been working. Opdrachten die ze op zich kunnen maken op het moment dat het nét is uitgelegd, met het boek erbij al dan niet overschrijvend van een ander voorbeeld. Met het beheersen van een taal heeft dat niets te maken.
Het feit dat de jongereren in feite geen woord Engels spreken, of durven te spreken, kan - aldus de docente Engels - verklaard worden aan de hand van hun verleden enerzijds en de toekomst anderzijds. Overvolle klassen waar ‘zitten, mond houden, overschrijven van het bord en opdreunen’ de norm is , is behoorlijk dodelijk voor de creatieve geest. Een totaal uitzichtloze situatie (werkelijk geen enkel of zeer beperkt perspectief op een betere toekomst), daagt ook niet bepaald uit tot meer doen dan wat iedereen hier doet omdat niks anders ooit iets heeft opgeleverd of toegestaan is: zitten en wachten.
Ik denk dat mijn collega zeker een punt heeft. We worden tot op zekere hoogte gevormd door ons verleden en bewust of onbewust doen na wat we anderen doen. Dat doen de jongeren ook wanneer ze proberen te lijken op wat ze zien op tv. Maar tegelijk blijkt hieruit juist óók een drang zich te onderscheiden en te ontwikkelen. En ze blijven naar school komen. Omdat dat gezellig is maar ook omdat velen uiteindelijk naar het Westen willen. De drang om vooruit te komen lijkt onverwoestbaar . En ik weet bijna zeker dat dat ook geldt voor creativiteit. Ik zie het dus wel zitten met deze jongeren en ga de komende weken proberen of ik ze actief en aan het praten kan krijgen. Ik betwijfel of dat in de past perfect weet ik wat zal zijn, en dat interesseert me ook bar weinig.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
About Me
- Ingrid Grimmelikhuizen
- Amsterdam, Netherlands
- Na 5 jaar in het middelbaar onderwijs gewerkt te hebben, is het tijd voor wat anders...
No comments:
Post a Comment